Commissie OCTAS

Drie uitgewerkte varianten

In het recent gepubliceerde eindrapport van de commissie OCTAS, daterend 29 februari 2024, worden drie innoverende richtingen voorgesteld om het Nederlands arbeidsongeschiktheidsstelsel te verbeteren. Deze voorstellen zijn ontworpen om beter tegemoet te komen aan de behoeften van alle betrokkenen door meer nadruk te leggen op vertrouwen, zekerheid, en het faciliteren van re-integratie. De drie varianten — 'Verbetering huidige stelsel', 'Werk staat voorop' en 'Basis voor werkenden' — bieden elk unieke benaderingen voor de toekomst van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. 

Hieronder volgt een uitgebreide uiteenzetting van elk van deze varianten, gebaseerd op de kernpunten uit de samenvatting van het rapport.

 

Variant 1: Verbetering huidige stelsel

De eerste variant van het rapport OCTAS focust op een aanzienlijke vereenvoudiging van het huidige WIA-stelsel. De variant beoogt de huidige complexiteit te reduceren door verschillende regelingen samen te voegen tot één systeem. Dit nieuwe stelsel blijft de essentiële kenmerken van een inkomensverzekering behouden, die het verlies van verdienvermogen compenseert, maar past belangrijke parameters aan om de toegankelijkheid en effectiviteit te verbeteren. Hiermee beoogt de variant niet alleen het risico op volledige arbeidsongeschiktheid voor hogere inkomensgroepen te verlagen, maar ook de ondersteuning voor mensen in de Ziektewet te intensiveren, met een speciale focus op kwetsbare groepen.        
 

Opsomming van maatregelen

  • Vereenvoudiging van de WIA: Het stelsel gaat over naar één uitkeringsregime door het afschaffen van de huidige IVA en WGA, inclusief alle sub-regelingen.
  • Afschaffing van de IVA: De regeling voor duurzame arbeidsongeschiktheid verdwijnt.
  • Inkomensverzekering: Het systeem blijft gebaseerd op het verlies van verdienvermogen:
    • De drempel voor verlies aan verdiencapaciteit wordt verlaagd van 35% naar 25%.
    • Arbeidsdeskundigen krijgen meer ruimte om passende functies te vinden.
    • Het maatmanloon wordt gemaximeerd, waardoor het risico op een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering voor veelverdieners afneemt.
    • Introductie van een eenvoudige publieke verzekering voor zelfstandigen met een wachttijd van twee jaar en inkomensbescherming op sociaal minimumniveau.
    • De toegankelijkheid van re-integratiedienstverlening wordt verbeterd.
    • Meer intensieve begeleiding voor ontvangers van een Ziektewetuitkering. 


De maatregelen in deze variant zijn ontworpen om de situatie van kwetsbare groepen aanzienlijk te verbeteren. Dit betreft personen met flexibele contracten en een laag inkomen die momenteel weinig of niet kunnen werken vanwege arbeidsongeschiktheid, evenals '35-minners', zelfstandigen en ontvangers van vervolguitkeringen. Hoewel personen met een hoger voormalig inkomen en duurzaam arbeidsongeschikten iets minder uitkering ontvangen, brengt deze vereenvoudiging een grotere uniformiteit en minder variabiliteit in uitkomsten binnen het stelsel. De geschatte meerkosten van deze wijzigingen liggen tussen de 1 en 2 miljard euro, mede doordat verwacht wordt dat meer mensen in de WIA zullen instromen. De exacte financiële impact hangt af van hoe de maatregelen in detail worden uitgewerkt.

 

 

Variant 2: Werk staat voorop 

De tweede variant, 'Werk staat voorop', verandert fundamenteel de benadering van arbeidsongeschiktheid door zich te focussen op de mogelijkheden en capaciteiten van individuen. Deze proactieve benadering prioriteert het proces van re-integratie boven de traditionele beoordeling van arbeidsongeschiktheid. Dit beleid heeft tot doel individuen sneller en effectiever te helpen bij het hervinden van passend werk door een integratieve en ondersteunende aanpak. Het biedt ook financiële stabiliteit in de eerste kritieke jaren na arbeidsongeschiktheid, waardoor de betrokkenen zich volledig kunnen concentreren op hun herstel en terugkeer naar de arbeidsmarkt.

Opsomming van maatregelen

  • Focus op mogelijkheden: De nadruk ligt op de capaciteiten van de individuen, niet op hun beperkingen.
  • Omgekeerde aanpak: Re-integratie heeft de voorrang boven de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling.
  • Directe start re-integratie: Re-integratiedienstverleners beginnen meteen met arbeidsrevalidatie en het zoeken naar geschikt werk.
  • Verlengde ondersteuning: Er is meer tijd en begeleiding beschikbaar voor het vinden van passend werk.
  • Re-integratieuitkering: Gedurende de eerste drie tot vijf jaar ontvangen de betrokkenen een re-integratieuitkering die 70% van het vorige loon bedraagt.
  • Behoud van inkomsten: Werknemers mogen een deel van hun inkomsten behouden wanneer ze terugkeren naar werk, wat dient als een nieuwe financiële prikkel.
  • Beoordelingsperiode: De periode voor de beoordeling van arbeidsongeschiktheid blijft twee jaar.
  • Initiële toets: In plaats van een directe beoordeling door een verzekeringsarts, wordt er gebruik gemaakt van bestaande informatie voor een initiële evaluatie.
  • Eindbeoordeling bij mislukte re-integratie: Als volledige re-integratie niet haalbaar is, wordt een formele arbeidsongeschiktheidsbeoordeling uitgevoerd.
  • Versnelde procedure: Beschikbaar voor personen die definitief niet meer kunnen werken.

Deze variant introduceert een innovatieve aanpak waarbij de beschikbaarheid van geschikte werkplekken cruciaal is voor succes. De re-integratiedienstverlener speelt een vitale rol in de ondersteuning van werkgevers om deze werkplekken te realiseren. Doordat de focus ligt op re-integratie vóór de beoordeling, samen met de verhoogde financiële zekerheid door de re-integratieuitkering, worden individuen gestimuleerd en ondersteund in hun traject naar herstel en werk. Deze methode verschilt significant van het huidige systeem, waarbij een nauwkeurige kostenraming complex is. De strikte criteria voor de arbeidsongeschiktheidseinduitkering zullen naar verwachting leiden tot minder langdurige WIA-uitkeringen dan voorheen, wat de financiële last op het systeem potentieel vermindert.

 

Variant 3: Basis voor werkenden

Deze variant creëert een gestandaardiseerd verzekeringsmodel voor alle werkenden, ongeacht of zij werknemer of zelfstandige zijn. Dit model integreert een basisverzekering voor ziekte en arbeidsongeschiktheid, die gelijke voorwaarden en wachttijden biedt voor iedereen. Door een uniforme uitkering op sociaal minimumniveau te verstrekken en dezelfde premie te vragen van alle werkenden, vermindert deze benadering de afhankelijkheid van aanvullende financiële steun en bevordert het een vlottere re-integratie naar werk. Dit initiatief is bedoeld om de overgang naar werk te versoepelen en tegelijkertijd de druk op aanvullende sociale voorzieningen te verlichten.


Opsomming van maatregelen

  • Uniforme basisverzekering: Introduceert een gelijke basisverzekering voor zowel werknemers als zelfstandigen. 
  • Gelijke voorwaarden: Stelt uniforme wachttijden en criteria voor arbeidsongeschiktheid vast. 
  • Basisuitkering: Alle voltijd werkenden ontvangen een basisuitkering op sociaal minimumniveau, onafhankelijk van het inkomen.
  • Minder afhankelijkheid van toeslagen: Vermindert de behoefte aan aanvullende toeslagen van het UWV of bijstand.
  • Arbeidsongeschiktheidsdrempel: Stelt een drempel van 35% arbeidsongeschiktheid; boven deze grens heeft men recht op een uitkering.
  • Aanvullende verzekering: Verplicht voor werknemers, waarbij de hoogte afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage.
  • Private aanvullende verzekeringen voor zelfstandigen: Zelfstandigen blijven afhankelijk van de private markt, met het risico op arbeidsongeschiktheid als deel van het ondernemersrisico.
  • Complexere beoordelingen: Voor zelfstandigen zijn de beoordelingen van het verlies aan verdiencapaciteit complexer en tijdsintensiever.
  • Regionale Re-integratiedienstloket (RRL): Zorgt voor re-integratiedienstverlening in samenwerking met private aanbieders nabij de werkplekken.


Deze variant streeft naar een meer inclusieve en toegankelijke benadering van arbeidsongeschiktheidsverzekering door een gelijk speelveld te creëren voor alle werkenden. De uniforme benadering verhoogt de inkomenszekerheid en vermindert de noodzaak voor complexe aanvullende systemen, wat resulteert in een hogere verwachte instroom in de regeling. Echter, deze variant zal naar verwachting ongeveer 600 miljoen euro meer kosten, deels vanwege de algemeen hogere uitkeringen en de uitbreiding naar meer zelfstandigen. Daarnaast zal de minder gedifferentieerde premiestructuur de preventieve werking van het stelsel verminderen, wat mogelijk resulteert in lagere stimulansen voor werkgevers om in re-integratie te investeren. De implementatie en het succes van deze variant hangen sterk af van de effectiviteit van de re-integratiedienstverlening en de aanpassingen in de rol van verzekeringsartsen.

 

Geen variant voor mensen zonder (recent) arbeidsverleden

Voor personen zonder een recent arbeidsverleden blijft het huidige stelsel van kracht. Hoewel dit systeem vaak als complex en verwarrend wordt beschouwd, zijn er voorstellen in ontwikkeling om het toegankelijker en effectiever te maken. Deze voorstellen omvatten verbeterde ondersteuning en meer interactie vanuit het UWV en gemeenten met Wajongers en anderen die momenteel geen arbeidsvermogen hebben. Daarnaast zullen er voor werkgevers meer mogelijkheden komen om de kosten voor begeleiding te vergoeden, wat het makkelijker moet maken om deze groep te ondersteunen en te integreren in de arbeidsmarkt. 
 

Jannieta van Rijnswou

Wilt u meer weten?
Jannieta van Rijnswou staat voor u klaar.

Ik ben recent gestart bij VLC & Partners en breng meer dan 15 jaar ervaring in sociale zekerheid mee. Mijn focus ligt op het arbeidsongeschiktheidsstelsel, waarvan ik de ontwikkelingen nauwlettend volg. Dit stelt mij in staat om oplossingen te bieden in complexe vraagstukken, wat van grote waarde is voor onze klanten.